Hedenavond was het mijn voorrecht om met Coen, Stoffer en Frits de laatste wedstrijd van het eerste seizoen van de viertallencompetitie te mogen spelen tegen het viertal van de Penning.
De viertallencompetitie was ingesteld voor recreanten. Degenen die het leuk vinden om in competitieverband extra te schaken en voor degenen die anders niet extern zouden kunnen spelen. Daarbij wilden we de minder sterke schakers niet vergeten.
Het is een initiatief dat bij Charlois Europoort breed wordt gedragen. En Charlois Europoort behoort aan een dergelijk initiatief mee te doen. Maar welke vier spelers dan? Coen wilde wel meedoen want hij wilde extra veel lange partijen spelen. Ikzelf wilde ook wel meedoen. Maar dat is een duo en nog geen kwartet.
Bij het begin van een nieuwe competitie is het daadwerkelijk wat een boer niet kent dat vreet hij niet. Dus men was vriendelijk in het ontkennen van iedere betrokkenheid bij dit viertal. Bovendien hebben wij als vereniging een hoge mate van deelname door de leden aan de externe competitie. We hebben niet voor niets zes teams met kans op een zevende voor volgend jaar. Het was dus niet eenvoudig om het viertal te formeren.
Toen het er naar uit begon te zien dat we niet zouden kunnen meedoen, kwamen er toch twee spelers over de brug. Via via vernam ik dat Peter Kemner mee wilde doen en John van der Laar wilde wel meedoen als er niemand anders was. En zo werd een team ingediend dat door de RSB voor de viertallen werd geaccepteerd.
Het leuke was dat er nu acht teams aan de viertallencompetitie meededen. Een volle competitie dus. Dat niet alle verenigingen meededen was erg jammer, doch Charlois Europoort nam de sportieve uitdaging wel aan.
Toen kwam de indeling. Ai, een externe partij op 20 december 2007 tegen die lastige Pioniers. Peter Kemner, John van der Laar en Coen van Baren gaven aan die avond niet te kunnen spelen. Gelukkig hadden we Stoffer Sprang al bereid kunnen vinden om toch mee te gaan spelen. En als een team eenmaal bestaat, is het vinden van reservespelers makkelijker. Eerste reservespeler werd Frits Dueller, tweede invaller Henk van der Velden en derde invaller werd Michiel Gerritse. De invallers gaven hun medewerking pas na onze eerste partij tegen de 3-Torens die wij van hun mochten winnen.
Het is dus aan met name Peter Kemner en John van der Laar te danken dat wij dit jaar meededen aan de Viertallen. En daar ben ik ze zeer erkentelijk voor. Zeker Peter die tot de vaste vier ging behoren.
Alle zeven leden van de viertallen hebben tenminste 2 partijen gespeeld. En vooral de deelname van Peter ondervond nogal eens kritiek. Ten onrechte. Iedere tegenstander kreeg ruim van te voren van ons te horen wie op welk bord zou spelen. Wij hadden geen behoefte om de tegenstanders met bepaalde spelers te overvallen en de tegenstanders konden zo zorgen voor een gelijkwaardige wedstrijd. Dat was aan hen.
De competitie was ook niet bedoeld voor tactische opstellingen. Het schaakplezier stond voorop. En dat hebben we gehad. Het is toch hartstikke leuk om eens in een team te zitten met Peter Kemner of met Michiel Gerritse? Wie wil dat niet?
Juist door deze opzet lukte het ons om in een team te zitten met clubleden waar je anders nooit mee in een team zit. Een ware meerwaarde van deze competitie. En waarbij sportiviteit en de leuke potten voorop stonden. Menigmaal kwam op een bord vuurwerk voor waar dan weer de een en dan weer de ander zich lelijk aan verbranden kon.
Zo hadden wij in onze wedstrijd tegen De Pioniers goede stellingen. Drie van ons wisten dat vakkundig door een verkeerde zet op een verkeerd moment om te zetten in een dikke nul. Terwijl we alle drie eigenlijk van te voren die zetten (en die goede voortgangen) in ons hoofd hadden. Het moet eerlijk worden erkend dat de Pioniers geen pioniers waren in het afmaken van onze fouten.
Toen mochten we aantreden tegen de Hoeksche Waard. Een wedstrijd die niet uitblonk in sportiviteit. Wat gebeurd is, is gebeurd, dus dat gaan we hier ook niet meer vermelden. Deze avond hadden twee remises en twee winstpartijen. De matchpunten bleven waar ze verdeeld werden.
Ondertussen lieten alle teams her en der punten liggen en was de verliespartij tegen De Pionier geen extra verliespunten ten opzichte van de andere teams meer. Het werd spannender en spannender.
En juist toen kwam er een wedstrijd tegen een medekandidaat. Het sterke De IJssel. Ik was zelf die avond verhinderd, maar naar wat ik heb vernomen was het Coen die voor de eerste keer in de allerlaatste minuten een belangrijke winst wist te scoren. De IJssel, wetende dat Peter meespeelde, had zeer sterke spelers meegenomen zodat het een zeer zinderende avond is geworden. Met als resultaat een gelijkspel. Daar waren de overige kanshebbers wel blij om. Ze konden er alleen niet van profiteren. Ze speelde zelf gelijk (De Penning) of verloren (De Pionier).
Daarna kwam de meest chaotische wedstrijd. Door communicatiefoutjes mijnerzijds, het dwalen door Rotterdam Zuid anderzijds, hadden wij voor aanvang van de wedstrijd al geheel Rotterdam Zuid gezien en ons het apelazerus gezocht naar de schaakvereniging Shah Mata. Terwijl andere naar De Kuip gingen om naar de halve finale van de Bekerfinale te gaan kijken hadden wij onze eigen bekers te nuttigen. Daarvoor moesten wij wel eerst door de politieafzettingen heen komen om vervolgens ons stuk te bijten op de stellingen van de Lombardijers. Deze wedstrijd hebben we met 2,5 - 1,5 gewonnen. En het was Stoffer die deze avond een belangrijk punt scoorde. Hoe bedoel je dat schaken geen teamsport kan zijn?
En zo vorderde het seizoen al rap. Op de avond dat de RSB snelschaakcompetitie voor Clubteams werd gespeeld en de Triomfatercup zijn laatste rondes afwerkte, waren er vier Coene Ridders en Gentlemannen die uit het Eeuwige Schaakgeven van de club met de zelfde naam trachtte te blijven. Het lukte Coen, Michiel, Henk en Stoffer om met 3-1 te triomferen.
Nu stonden wij eerste met een half bordpuntje voor op De Penning en met een voorsprong op de IJssel van 2 matchpunten en 3 bordpunten. Met die kennis gingen wij naar Rozenburg die ik dit keer eens niet voorbij reed. In Rozenburg raakte ik wel de weg kwijt door te vroeg rechtsaf te gaan. Hoe symbolisch voor de later te spelen partij.
We werden allerhartelijkst door De Penning ontvangen. Een amicale en leuke vereniging in een oude kerk die tevens door zangkoren wordt gebruikt. Maar daar hoorde je weinig van.
De viertallencompetitie was ingesteld voor recreanten. Degenen die het leuk vinden om in competitieverband extra te schaken en voor degenen die anders niet extern zouden kunnen spelen. Daarbij wilden we de minder sterke schakers niet vergeten.
Het is een initiatief dat bij Charlois Europoort breed wordt gedragen. En Charlois Europoort behoort aan een dergelijk initiatief mee te doen. Maar welke vier spelers dan? Coen wilde wel meedoen want hij wilde extra veel lange partijen spelen. Ikzelf wilde ook wel meedoen. Maar dat is een duo en nog geen kwartet.
Bij het begin van een nieuwe competitie is het daadwerkelijk wat een boer niet kent dat vreet hij niet. Dus men was vriendelijk in het ontkennen van iedere betrokkenheid bij dit viertal. Bovendien hebben wij als vereniging een hoge mate van deelname door de leden aan de externe competitie. We hebben niet voor niets zes teams met kans op een zevende voor volgend jaar. Het was dus niet eenvoudig om het viertal te formeren.
Toen het er naar uit begon te zien dat we niet zouden kunnen meedoen, kwamen er toch twee spelers over de brug. Via via vernam ik dat Peter Kemner mee wilde doen en John van der Laar wilde wel meedoen als er niemand anders was. En zo werd een team ingediend dat door de RSB voor de viertallen werd geaccepteerd.
Het leuke was dat er nu acht teams aan de viertallencompetitie meededen. Een volle competitie dus. Dat niet alle verenigingen meededen was erg jammer, doch Charlois Europoort nam de sportieve uitdaging wel aan.
Toen kwam de indeling. Ai, een externe partij op 20 december 2007 tegen die lastige Pioniers. Peter Kemner, John van der Laar en Coen van Baren gaven aan die avond niet te kunnen spelen. Gelukkig hadden we Stoffer Sprang al bereid kunnen vinden om toch mee te gaan spelen. En als een team eenmaal bestaat, is het vinden van reservespelers makkelijker. Eerste reservespeler werd Frits Dueller, tweede invaller Henk van der Velden en derde invaller werd Michiel Gerritse. De invallers gaven hun medewerking pas na onze eerste partij tegen de 3-Torens die wij van hun mochten winnen.
Het is dus aan met name Peter Kemner en John van der Laar te danken dat wij dit jaar meededen aan de Viertallen. En daar ben ik ze zeer erkentelijk voor. Zeker Peter die tot de vaste vier ging behoren.
Alle zeven leden van de viertallen hebben tenminste 2 partijen gespeeld. En vooral de deelname van Peter ondervond nogal eens kritiek. Ten onrechte. Iedere tegenstander kreeg ruim van te voren van ons te horen wie op welk bord zou spelen. Wij hadden geen behoefte om de tegenstanders met bepaalde spelers te overvallen en de tegenstanders konden zo zorgen voor een gelijkwaardige wedstrijd. Dat was aan hen.
De competitie was ook niet bedoeld voor tactische opstellingen. Het schaakplezier stond voorop. En dat hebben we gehad. Het is toch hartstikke leuk om eens in een team te zitten met Peter Kemner of met Michiel Gerritse? Wie wil dat niet?
Juist door deze opzet lukte het ons om in een team te zitten met clubleden waar je anders nooit mee in een team zit. Een ware meerwaarde van deze competitie. En waarbij sportiviteit en de leuke potten voorop stonden. Menigmaal kwam op een bord vuurwerk voor waar dan weer de een en dan weer de ander zich lelijk aan verbranden kon.
Zo hadden wij in onze wedstrijd tegen De Pioniers goede stellingen. Drie van ons wisten dat vakkundig door een verkeerde zet op een verkeerd moment om te zetten in een dikke nul. Terwijl we alle drie eigenlijk van te voren die zetten (en die goede voortgangen) in ons hoofd hadden. Het moet eerlijk worden erkend dat de Pioniers geen pioniers waren in het afmaken van onze fouten.
Toen mochten we aantreden tegen de Hoeksche Waard. Een wedstrijd die niet uitblonk in sportiviteit. Wat gebeurd is, is gebeurd, dus dat gaan we hier ook niet meer vermelden. Deze avond hadden twee remises en twee winstpartijen. De matchpunten bleven waar ze verdeeld werden.
Ondertussen lieten alle teams her en der punten liggen en was de verliespartij tegen De Pionier geen extra verliespunten ten opzichte van de andere teams meer. Het werd spannender en spannender.
En juist toen kwam er een wedstrijd tegen een medekandidaat. Het sterke De IJssel. Ik was zelf die avond verhinderd, maar naar wat ik heb vernomen was het Coen die voor de eerste keer in de allerlaatste minuten een belangrijke winst wist te scoren. De IJssel, wetende dat Peter meespeelde, had zeer sterke spelers meegenomen zodat het een zeer zinderende avond is geworden. Met als resultaat een gelijkspel. Daar waren de overige kanshebbers wel blij om. Ze konden er alleen niet van profiteren. Ze speelde zelf gelijk (De Penning) of verloren (De Pionier).
Daarna kwam de meest chaotische wedstrijd. Door communicatiefoutjes mijnerzijds, het dwalen door Rotterdam Zuid anderzijds, hadden wij voor aanvang van de wedstrijd al geheel Rotterdam Zuid gezien en ons het apelazerus gezocht naar de schaakvereniging Shah Mata. Terwijl andere naar De Kuip gingen om naar de halve finale van de Bekerfinale te gaan kijken hadden wij onze eigen bekers te nuttigen. Daarvoor moesten wij wel eerst door de politieafzettingen heen komen om vervolgens ons stuk te bijten op de stellingen van de Lombardijers. Deze wedstrijd hebben we met 2,5 - 1,5 gewonnen. En het was Stoffer die deze avond een belangrijk punt scoorde. Hoe bedoel je dat schaken geen teamsport kan zijn?
En zo vorderde het seizoen al rap. Op de avond dat de RSB snelschaakcompetitie voor Clubteams werd gespeeld en de Triomfatercup zijn laatste rondes afwerkte, waren er vier Coene Ridders en Gentlemannen die uit het Eeuwige Schaakgeven van de club met de zelfde naam trachtte te blijven. Het lukte Coen, Michiel, Henk en Stoffer om met 3-1 te triomferen.
Nu stonden wij eerste met een half bordpuntje voor op De Penning en met een voorsprong op de IJssel van 2 matchpunten en 3 bordpunten. Met die kennis gingen wij naar Rozenburg die ik dit keer eens niet voorbij reed. In Rozenburg raakte ik wel de weg kwijt door te vroeg rechtsaf te gaan. Hoe symbolisch voor de later te spelen partij.
We werden allerhartelijkst door De Penning ontvangen. Een amicale en leuke vereniging in een oude kerk die tevens door zangkoren wordt gebruikt. Maar daar hoorde je weinig van.
Voor aanvang van de partij wezen we elkaar er op dat het vanavond om het eerste kampioenschap van de viertallen ging. Degene die zou winnen zou de eerste kampioen zijn!!!
We wensten elkaar succes en daarbij gaf ik aan dat we er weliswaar voor gingen spelen doch dat wij geen enkel probleem zouden hebben om te tekenen voor 2-2. In dat geval waren wij Kampioen.
De wedstrijd ving aan en had echt alles dat bij een Viertallenwedstrijd hoort. Er werd geschitterd, geblunderd, gemanoeuvreerd, gepend, gedreigd en vooral genoten. Kortom het was een echte zinderende avond.
Kun je het voorstellen dat Frits kort rokeerde en zijn tegenstander lang? Dan is het moment van zware aanvallen nabij. En Frits viel aan. Met al zijn hebben en houden. Zette zijn stukken op plekken waar deze geslagen konden worden wetende dat slaan hem nog meer voordeel zou opleveren. De tegenstander werd zo het vuur aan de schenen gelegd en onder zoveel hitte moest den koning uiteindelijk capituleren. Het eerste punt was gemaakt. Een geweldige partij en enorm leuk om naar te kijken.
Stoffer was ondertussen in de problemen geraakt in het middenspel. Hoe hij zich ook probeerde te verzetten er was geen houden meer aan. Alvoor het eindspel was begonnen was het spel al ten einde en stonden wij weer gelijk.
Op mijn bord was het een al dreigingen die wij beiden, als geroutineerde teamleiders, onder ogen zagen. Ik had een sterk loperpaar die mijn tegenstander flink dwars zat. Net als die pokkepion in het centrum. Maar zoals gezegd waren er heel veel dreigingen. En toen hij zijn zwarte loper ruilde voor mijn paard, dacht ik niet na en zette meteen de zet die ik als vervolgzet na die zet in mijn hoofd had. Waar ik dus La6 had willen spelen zodat ik zijn dame zou aanvallen en nadien de loper zou terugpakken, pakte ik nu meteen de loper terug. En als je wilt weten hoe je zo'n spel dan moet uitspelen kan zich wenden tot de heer Bavelaar van De Penning die goede ervaringsdeskundige op dit gebied is. Zonder scrupules pakte hij toen mijn ongedekte loper en begon mijn stelling netjes te slopen.
Wij stonden dus een punt achter en waren nu virtueel tweede. Virtueel, want de beste speler van de viertallen, Coen, was gewoontegetrouw als laatste nog aan het schaken. Aan hem de taak om te winnen met een pion achterstand en een kwaliteit voorsprong. Plus een klein positief puntje. Zwart had zijn zwarte loper min of meer buitenspel gezet. En juist dit gaf uiteindelijk de doorslag.
Door heel zorgvuldig manoeuvreren kon Coen zijn achterstand in pionnen wegwerken en twee vrijpionnen creƫren. Dat zette hij in gang met zijn zet h3 waardoor zwart in zetdwang kwam. Zijn tegenstander geloofde het bij het zien van die vrijpionnen wel. Coen heeft daarmee in de Viertallencompetitie een perfecte score van 5 uit 5 gescoord.
En wij? Charlois Europoort gaat de boeken in als eerste winnaar van de Viertallencompetitie. En dat maakt mij meer dan trots op deze zeven schakers.
De viertallen heeft dit jaar zijn meerwaarde naast de vierde klasse getoond en volgend jaar zijn we weer van de partij. Zeker die gezellige, spannende en met vuurwerk gevulde confrontaties.
We wensten elkaar succes en daarbij gaf ik aan dat we er weliswaar voor gingen spelen doch dat wij geen enkel probleem zouden hebben om te tekenen voor 2-2. In dat geval waren wij Kampioen.
De wedstrijd ving aan en had echt alles dat bij een Viertallenwedstrijd hoort. Er werd geschitterd, geblunderd, gemanoeuvreerd, gepend, gedreigd en vooral genoten. Kortom het was een echte zinderende avond.
Kun je het voorstellen dat Frits kort rokeerde en zijn tegenstander lang? Dan is het moment van zware aanvallen nabij. En Frits viel aan. Met al zijn hebben en houden. Zette zijn stukken op plekken waar deze geslagen konden worden wetende dat slaan hem nog meer voordeel zou opleveren. De tegenstander werd zo het vuur aan de schenen gelegd en onder zoveel hitte moest den koning uiteindelijk capituleren. Het eerste punt was gemaakt. Een geweldige partij en enorm leuk om naar te kijken.
Stoffer was ondertussen in de problemen geraakt in het middenspel. Hoe hij zich ook probeerde te verzetten er was geen houden meer aan. Alvoor het eindspel was begonnen was het spel al ten einde en stonden wij weer gelijk.
Op mijn bord was het een al dreigingen die wij beiden, als geroutineerde teamleiders, onder ogen zagen. Ik had een sterk loperpaar die mijn tegenstander flink dwars zat. Net als die pokkepion in het centrum. Maar zoals gezegd waren er heel veel dreigingen. En toen hij zijn zwarte loper ruilde voor mijn paard, dacht ik niet na en zette meteen de zet die ik als vervolgzet na die zet in mijn hoofd had. Waar ik dus La6 had willen spelen zodat ik zijn dame zou aanvallen en nadien de loper zou terugpakken, pakte ik nu meteen de loper terug. En als je wilt weten hoe je zo'n spel dan moet uitspelen kan zich wenden tot de heer Bavelaar van De Penning die goede ervaringsdeskundige op dit gebied is. Zonder scrupules pakte hij toen mijn ongedekte loper en begon mijn stelling netjes te slopen.
Wij stonden dus een punt achter en waren nu virtueel tweede. Virtueel, want de beste speler van de viertallen, Coen, was gewoontegetrouw als laatste nog aan het schaken. Aan hem de taak om te winnen met een pion achterstand en een kwaliteit voorsprong. Plus een klein positief puntje. Zwart had zijn zwarte loper min of meer buitenspel gezet. En juist dit gaf uiteindelijk de doorslag.
Door heel zorgvuldig manoeuvreren kon Coen zijn achterstand in pionnen wegwerken en twee vrijpionnen creƫren. Dat zette hij in gang met zijn zet h3 waardoor zwart in zetdwang kwam. Zijn tegenstander geloofde het bij het zien van die vrijpionnen wel. Coen heeft daarmee in de Viertallencompetitie een perfecte score van 5 uit 5 gescoord.
En wij? Charlois Europoort gaat de boeken in als eerste winnaar van de Viertallencompetitie. En dat maakt mij meer dan trots op deze zeven schakers.
De viertallen heeft dit jaar zijn meerwaarde naast de vierde klasse getoond en volgend jaar zijn we weer van de partij. Zeker die gezellige, spannende en met vuurwerk gevulde confrontaties.
1 opmerking:
Klasse mannen! Mooi gedaan.
Een reactie posten