Supporteren bij uitwedstrijden van het vierde is geen pretje meer tegenwoordig. Je overleeft nipt de grauwe Gorzen in Schiedam of je komt alweer terecht in een DDR-achtige omgeving in een oud somber schoolgebouw, waar in een soort uitgebroken bezemkast wordt gespeeld. Elk moment verwacht je dat je eruit geflikkerd gaat worden door de avondploeg van het schoonmaakbedrijf of anders wel een vadsige ongeschoren concierge met een enorme sleutelbos en busje pepperspray aan de koppelriem. De verschoten schoolstoeltjes roepen nare herinneringen op, betonnen trappen leiden naar donkere gangen waar je niet wilt komen, je schuifelt voorzichtig en alert heen en weer tussen de paar ruimtes die met bungelende peertjes nog enigszins verlicht zijn. Muren lijken vochtig en harde geluiden echoën lang door. Hoor ik daar ijspegels vallen? Och, arm Erasmus toch. Van de Castagnet naar dit? Een nieuwe zaal is hard nodig wil het ledental op peil blijven vrees ik en die vrees werd bevestigd in een gesprekje met good old Arie de Jong. Nee, fuseren is ook niet meer wat het geweest is.
Je zou deze bijzondere omstandigheden kunnen aanwenden om de totale afgang van het vierde tegen Erasmus 2 te verklaren, maar daarmee zouden we Erasmus veel onrecht aandoen. Erasmus speelde beresterk aan alle borden en verpulverde werkelijk alle aspiraties van het team van Vredenborg: 6-2! Geen kampioenschap, geen promotie. Waarschijnlijk net handhaving. Kleurloos, grijs, middenmoot. Hoor ik daar gegiechel in Nieuw-Beijerland? Terecht.
Want je komt daar dus in dat troosteloze oord aan, onder Siberische omstandigheden, met een lading supporters en een vierde(!) team dat maar liefst 3(!) spelers bevat uit de hoofdgroep, waaronder de huidige koploper(!) en daarnaast een aantal spelers die zeker ook dat nivo hebben, en je krijgt me daar toch een paar uur lang abominabel schaak voorgeschoteld, niet normaal. En dan zitten er ook nog Motwani-gangers tussen en Delemarre-adepten. Wat voor lesjes krijgen die mensen aangesmeerd?
Kijk, dat de al tijden hopeloos uit vorm zijnde Vredenborg aan bord 1 met wit in no-time remise speelt (“Ik had ook zonder risico kunnen doorspelen op winst”) tegen Reinier Hoogeveen, okee. Dat Ab Kamman zijn aanval(letje) ziet doodlopen, geen tijd meer heeft en dan maar tot remise besluit aan bord 4 tegen Ruurd Ouwehand, soit. Dat Sascha “Ik heb de stand van groep 1 net uitgeprint” Ottenhof in dubieuze stelling nog net ontsnapt met eeuwig schaak aan bord 6(!) tegen Paul Wilhelm, alla. Dat Hans van Calmthout na een goede partij tegen Cander Flanders met pion meer teveel zware stukken ruilt en net niet meer kan winnen , c’est la vie. Maar dat mensen als Erik van den Berg, Andre Coenen, Viktor van de Wetering en Piet Verheij kansloos opgebracht worden is toch werkelijk niet te bevatten. Je hele wereldbeeld valt voor je ogen in duigen.
Het leek wel of Erik na zijn 1.b4! niet begreep dat 1…c5 zowaar ook een mogelijk antwoord is, want hij verzonk meteen in diep gepeins tegen Olivier Vrolijk. Het werd ook echt helemaal niks voor Erik. Zijn bekende rommelstelling kwam weliswaar op het bord, maar na 20 zetjes was het eigenlijk al voorbij. Olivier bleef geconcentreerd spelen en maakte het werkelijk zeer vakkundig af. Ondertussen had Andre Coenen al een stuk weggeblunderd, zich verrekend en tevens de stelling verkeerd ingeschat, hetgeen resulteerde in een toch wel heel snelle nul aan bord twee tegen Jaap van Meerkerk. Zo kennen we Andre toch niet? Dan Viktor, die stond optisch lange tijd erg goed en dan lijkt het nog heel wat en je verwacht als toeschouwer ook iets positiefs uit die partij, maar tegen de taaie Joop van’t Hoenderdaal win je niet zomaar. Viktor had een aanval die geen echte aanval was zo bleek en Joop was in feite de regisseur in de partij. De zwarte stukken kropen langzaam naar voren, als vogelspinnen op zoek naar prooi en in tijdnood mocht ook Joop een vol stuk incasseren. Waar was de oude Vik, het aanvalsmonster, het offerbeest?
Dan Piet Verheij aan bord 8. Die kreeg de Erik van den Berg opening tegen (1.b4!) en koos voor een opstelling waarin al zijn stukken geen velden hadden. Ook knap. Afek of Uitenbroek zouden er als probleemcomponisten ongetwijfeld van hebben gesmuld (kijk dat paard nou, geen enkel veld!), maar als toeschouwer ben je toch in staat om je bakkie lauwe koffie tegen de afgebladderde muren te kwakken uit frustratie en onbegrip. Piet speelde tegen invaller Jan de Korte (logische vervanger voor Pim Kleinjan) en presteerde werkelijk he-le-maal niets! Iemand ooit Piet Verheij achteruit zien schaken tot hij (zelf)mat stond? Nou, zo’n avond was het gisteren, zie diagram en huiver (quizvraag met als prijs extra rillingen over de rug: wat was Piet's laatste zet?!). Let wel: van tijdnood was geen sprake, allemaal rustig en keurig uitgedacht door Piet. Ik denk dat Hans hier wel wat mee kan, soort retrograde-probleem bijna.
Supporter Frank Hendriksma vertrok al vroeg weer naar huis, Marcel Dirks hield het aantal foto’s maar beperkt deze keer en had zo te zien ook een beetje spijt dat hij was meegekomen en nu de hele avond moest uitzitten op deze pijnbank omdat er drie mensen met hem meereden. En Kemner, die dacht bij zichzelf: hier ga ik toch echt geen leuk, positief, met-de-mantel-der-liefde-stukje over schrijven. Mooi niet!
PK