Na wekenlang alleen maar juichende verhalen over de prestaties van de bondsteams te hebben gezien, wordt het weer eens tijd om onze blik te richten op de interne, die zo langzamerhand in de beslissende fase is beland. En ondanks dat de verslagen door menigeen bijzonder scrutineus worden doorzocht op taalkundige anomaliën, historische omissies en anderszins onjuiste of subjectieve uitlatingen, schijnt er toch een zekere behoefte te zijn aan een luchtig en prettig leesbaar stukje over wat er zoal op onze vereniging gebeurt.
Sinds het laatste verslag van medio februari is er in de stand van groep 1 eigenlijk verrassend weinig gebeurd. Nog steeds staan de kanshebbers op de titel riant bovenaan, en staan de meeste degradatiekandidaten nog steeds onder de streep. Wel is een aantal spelers al uitgespeeld, zodat er wel al wat meer duidelijkheid is over wie er komend seizoen weer mag uitkomen in het schaakwalhalla van Charlois Europoort, en wie inmiddels met grote vreze moet gaan uitzien naar een slopend seizoen in een almaar sterker wordende groep 2.
De minieme wijzigingen in de stand zijn deels te wijten aan het grote aantal remises dat sindsdien is gevallen, vaak ter consolidatie van een zekere plek in de middenmoot, soms ook na hevige verwikkelingen. Zo leverden de dubbele confrontaties tussen de gebroeders De Wit aan de ene kant en de broertjes Van Overdam aan de andere, geen winnaar op. Ook het topduel tussen Julian van Overdam en Peter Kemner eindigde in remise. En wat te denken van de partij tussen Cor de Wit en Peter Kemner? Zelden heb ik Peter, met een rood hoofd van spanning en schaamte, een partij nog bijna zo zien weggeven als die avond. Nu is een Cor de Wit in het nauw altijd bijzonder gevaarlijk, maar ik denk dat Peter met weinig genoegen terug denkt aan die avond. Gelukkig voor hem kwam Cor onder druk van de klok met een remise aanbod, en wist Peter alsnog te ontsnappen, zodat hij in het spoor van Julian kon blijven.
Week na week bleven deze twee giganten strijd leveren tegen de andere spelers in de groep om elk half punt, maar geen van beiden wist de beslissende demarrage te plaatsen die de titel zou veiligstellen.
Onderin proberen de spelers met alle macht om hun neus boven de streep te krijgen, maar ook hier vielen meer remises dan overwinningen te tellen, tot grote opluchting van de middenmoters die met behulp van wat onderlinge laffe remises hun positie konden handhaven. En zo heeft het peloton nu het dundoek van de laatste kilometer bereikt, en in volle vaart stormt het af op de finish.
Zoals bekend kan er in de laatste kilometer van alles gebeuren, en zo was afgelopen vrijdag een aantal spelers gedwongen om de verdedigende stellingen te verlaten en vol op de aanval te gaan spelen. Vielen er vrijdag 8 mei nog vijf remises te noteren, nu was van het begin duidelijk dat er beslissingen zouden gaan vallen. En hoe.
De eerste beslissing viel in de partij tussen Arjan van der Leij en Gijsbert Kamerman. Arjan maakte werkelijk gehakt van Gijs, en hoewel laatstgenoemde in de analyse nog van alles opperde om zijn gehavende stelling nog te redden, bleef de sympathie toch uitgaan naar de witte stukken. Hiermee revancheerde Arjan zich voor de eerdere nederlaag tegen Peter Kemner, die hem uit de race voor het kampioenschap had gestoten. De nederlaag van Gijsbert daarentegen kan wel eens dure gevolgen hebben.
John Leer won van Lendert van den Ouden. Mister tpr is eigenlijk al het hele seizoen in vorm, maar dan vooral in de externe. In de interne wilde het niet zo lukken, mede dankzij een aantal remises waarmee de tegenstanders meer kregen dan ze verdienden. Voor Lendert was de nederlaag het sluitstuk van een mislukte inhaalrace. Een heroïsche remise tegen Dick, gevolgd door een pijnlijke nul tegen Cor maakte zijn opgave in de laatste partij – proberen te winnen van John – er niet makkelijker op. Opvallend dat zo’n vaste kracht in het tweede en stabiele invaller in het eerste het niet heeft gered.
Piet Verheij had al een tijdje geleden een D-tje achter zijn naam gekregen, maar typisch Piet; nu het niet meer hoefde speelde hij zijn beste partij, en won gedecideerd een mooi toreneindspel van Jan van Overdam. Net als voor Gijs kan deze nederlaag van Jan nog lelijke gevolgen hebben.
De verrassing van deze avond was de tweede nul van Dick de Wit. Tegenstander Arjen Kouwenhoven was naar eigen zeggen geprikkeld door de opmerking uit het verslag van het eerste dat voor de degradanten de interne nu zo wel goed als beslist was, en ging er eens goed voor zitten. Arjen heeft een bijzonder ongelukkig seizoen gedraaid, met veel remises en nullen waar de enen voor het grijpen lagen, maar voerde nu met vaste hand zijn partij naar de verdiende winst. Presteren onder druk is kennelijk een kwaliteit van hem; dit in tegenstelling tot Dick die zich met twee nullen en dertien remises natuurlijk moet schamen voor zo’n prestatie als ratingsterkste van de groep. Dick is nu uitgespeeld en loopt grote kans om te degraderen. Volkomen onnodig voor iemand van zijn kaliber, en toch volkomen terecht; veel te veel spelers zijn goed weggekomen met een remise tegen hem, waar ze op basis van kwaliteit en spelinzicht geen enkele kans hadden moeten hebben.
Het klapstuk van de avond was de partij tussen Julian van Overdam en Ben Boog. Met de confrontatie tegen Peter Kemner nog voor de boeg, speelt Ben een cruciale rol in de slotfase van de competitie. Na zich eerst met een remise tegen John Leer veilig te hebben gespeeld, stond er voor hem zelf niets meer op het spel. Hij werd echter van meet af aan onder druk gezet door Julian, die de overwinning nodig had om in het spoor van Peter te blijven. Ben gaf lange tijd geen krimp, en bij het naderen van de tijdnoodfase leek de partij in remise te gaan eindigen, totdat hij – welk een drama – pardoes een volle toren weggaf. Met de laatste seconden op de klok wist Julian het matnet dicht te krijgen. Zo heb ik hem ook van John Leer zien winnen, en alleen al op basis van deze twee partijen verdient hij het kampioenschap. In de tijdnoodfase een gelijkstaand eindspel winnen van gerenommeerde koele kikkers als Ben Boog en John Leer, en met nog enkele seconden op de klok tot mat voeren, getuigt van grote klasse.
In de stand springt Julian hiermee weer over Peter heen, en staat hij met nog één partij te spelen een halfje voor. Bij een gelijke stand beslist de SB score, en snelle rekenaars hebben al gezien dat Peter zijn laatste partij tegen Ben hoe dan ook moet winnen om een kans te houden op het kampioenschap. Hij is dan nog steeds afhankelijk van het resultaat van de partij tussen Julian en Filip Borst, en ook bij een gelijke stand valt de SB score in de meeste gevallen ten gunste uit van Julian, hoewel er een scenario is waarbij de resultaten van alle andere partijen leiden tot een gelijke SB score.
Filip heeft sowieso een grote invloed op de eindstand, want hij speelt ook nog tegen Jan van Overdam. Om zelf niet te degraderen zal Filip zijn resterende drie partijen moeten winnen, maar om zowel Julian als Jan te helpen zal hij minimaal een halfje tegen beiden moeten afstaan. Zijn we hier getuige van een ontstaan van een nieuwe combine – naast die van Pernis en die van de gebroeders De Wit - namelijk die van de broeders van de Aesculaap? Het is bijzonder jammer dat volgende week, op de slotavond van de interne, Filip nog twee inhaalpartijen (tegen Jan en Hans) heeft staan, die zo belangrijk zijn voor zowel het kampioenschap als de degradatie. Na een seizoen van negen maanden waarin slechts 15 partijen voor de interne hoeven te worden gespeeld, is één inhaalpartij al vervelend, maar nog meer inhaalpartijen is in dit stadium van de strijd te betitelen als oneerlijk voor de overige spelers. Nog afgezien van het feit dat de laatste ronde volgende week wellicht geen kampioen of wellicht geen duidelijkheid over degradatie oplevert, geven de uitslagen genoeg informatie voor de spelers van de inhaalpartijen om hun plan te trekken. Ik ben erg benieuwd hoe de wedstrijdleider intern dit volgend jaar gaat proberen te voorkomen.
Hoe het ook zij, voor Dick wordt het volgende week peentjes zweten. Vanwege een mindere SB score zal Arjen moeten winnen van Gijsbert om Dick voor te blijven, maar een nederlaag van Gijs legt voor laatstgenoemde extra druk op zijn inhaalpartij tegen Hans, want de SB score van Gijsbert is slechts minimaal beter dan die van Dick, en wordt sterk beïnvloedt door de resultaten van de nog openstaande partijen. Alle reden dus om aanstaande vrijdag te komen kijken!
Carel Vredenborg
19 opmerkingen:
Hoi Carel,
"Ondanks dat" is lelijk Nederlands (of is het "nederlands" met kleine n?). Mooier is "ondanks het feit dat".
En "dundoek"is dan weer mooi nederlands. Toegegeven.
...en tot slot moet in de laatste zin een t worden verwijderd, zodat er "beïnvloed" komt te staan in plaats van "beïnvloedt"
Maar nu serieus. De opmerking van Carel betreffende mijn nog te spelen inhaalpartijen zijn natuurlijk volkomen terecht. Vrijdag overdag speel ik al tegen Jan jr en ik hoop ook deze week nog tegen Hans te kunnen spelen, zodat ik zonder achterstand de laatste ronde in kan gaan.
Inderdaad is het lastig voor me om 15 partijen voor de interne competitie te spelen in een jaar (om deze reden -al is het niet alleen om deze reden- is Charlois Europoort ook de juiste club voor me en niet Ivoren Toren), maar dat heeft alles te maken met mijn drukke baan. Peter schreef dat hard studeren kennelijk een positieve invloed kan hebben op je rating en verwees hierbij naar mijn ratingstijging, maar ik ben er toch stellig van overtuigd dat ik veel minder tijd heb om in het schaken te steken dan menig clubgenoot. Door efficiënt om te gaan met mijn tijd (zo vroeg ik me deze winter af of mijn TV het nog wel zou doen; al een maand of 7 niet meer gebruikt) lukt het me om toch relevante dingen te doen op o.a. schaakgebied; het is gewoon een kwestie van gedisciplineerd omgaan met de beschibare tijd.
De meest relevante opmerking die ik tot slot wil plaatsen, is een reactie op een mogelijke aesculaapcombine. Iedereen weet dat ik een fan ben van Jan en Julian, maar ze hoeven er niet op te rekenen dat dat een reden is om mijn sportieve plicht te verzaken. Ik ga volle bak voor 3 uit 3, niet alleen om mijn eigen score enig aanzien te geven (al vind ik dat ik met mijn huidige baan voorlopig toch niets in groep 1 heb te zoeken, ik ben op vrijdagavond simpelweg te moe; verder denk ik in groep 2 volgend seizoen meer dan voldoende sportieve uitdaging te vinden) of omdat ik simpelweg liever win dan verlies, maar gewoonweg omdat ik vind dat het de plicht is van iedere speler om alles te geven om de competitie eerlijk te laten verlopen. Eén en ander houdt in dat ik, zelfs als ik geen fan zou zijn van (ook) Peter, 100% zal geven tegen Julian, hoezeer ik hem het kampioenschap ook gun en hoezeer ik ook besef dat ik niet van het kaliber Ben Boog (tegenstander van Peter in de laatste ronde) ben. Jan en Julian zijn niet naar Charlois Europoort gekomen om met behulp van schijnvoorstellingen respectievelijk handhaving in groep 1 en clubtitel te behalen, ze zijn naar de club gekomen om beter te worden en ze krijgen niets cadeau (afgezien van misschien een reep chocola om de teleurstelling weg te eten als het voor ze tegenvalt).
's middags een intensieve partij tegen Jan en dan 's avonds ook nog "even" Julian pakken? Hmmm....
Er is gewoon een heel bizarre situatie ontstaan nu. Ik geef een voorbeeld: als Julian onverhoopt verliest van Filip en ik ben nog bezig tegen Ben in een potremisestelling dan zal ik toch die partij moeten forceren met kans op verlies (van de titel) omdat er achteraf nog partijen gespeeld gaan worden die de SB in mijn nadeel kunnen doen kantelen. Er zijn zo meer voorbeelden denkbaar, ook in het nadeel van Julian. Ook bij de degradatiekandidaten overigens. Jammer dat het zo moet lopen.
Aan de andere kant kun je het zo zien: jij moet je plicht doen en winnen van Ben, ongeacht het resultaat van andere partijen. Ben en ik hebben onze sportieve plicht te vervullen en zullen het niet nalaten Julian en jou pijn te doen als we de kans krijgen. Julian op zijn beurt heeft alles in eigen hand en zal zich pas echt een vent voelen als hij de laatste ronde niets aan het toeval overlaat en mij verslaat.
Met andere woorden: om in een competitie te bereiken wat men wil, zal men wedstrijden moeten winnen. Ik zal nooit de schijnvertoning Duitsland-Oostenrijk van 1982 herinneren, de eerste keer dat ik de televisie heb uitgezet tijdens een voetbalwedstrijd. Beide ploegen hadden genoeg aan een gelijkspel en weigerden te spelen. Niet alleen dat: ze weigerden ook de indruk te wekken dat er geen afpraken waren gemaakt omtrent het eindresultaat. De doodsteek voor de sport!
Laten we er kortom een spannende avond van maken zonder gereken en gemarchandeer en wie weet wordt het zo spannend op de borden dat er voor de kampioenskandidaten geen tijd of energie is om te rekenen of ze genoeg hebben aan een half punt.
Wat betreft de partijen tegen Julian en Jan op één dag: reken er maar op dat ik mijn sportieve plicht serieus neem! In feite is er al een beetje sprake van competitievervalsing in Julians nadeel, omdat ik vrijdag a.s. vrij ben. Ik ben wel degelijk gewend om 2 of 3 partijen op één dag te spelen en dat gaat me blijkens een TPR van ongeveer 2050 over ongeveer 35 partijen (weekendtoernooien; zie het artikel in het volgende clubblad) beduidend beter af dan spelen na een werkdag. 2 of 3 partijen op een dag spelen mag door sommigen worden ervaren als zwaar; ik kan julie garanderen dat het niets is vergeleken met mijn werk, waar ik 11 uur non-stop (inderdaad: zonder pauze) 100% geconcentreerd moet zijn: de boog is altijd gespannen. Tijdens weekendtoernooien pak ik op zaterdagavond relatief veel punten omdat mijn tegenstanders altijd moe zijn (ze zijn niets gewend en vinden 3 partijen spelen op een dag blijkbaar vermoeiend), terwijl ik nog relatief fris ben (het is immers niets vergeleken met mijn werk).
Julian treft vrijdagavond a.s. derhalve een tegenstander die op 2050-niveau speelt in plaats van 1900-niveau. Hij is dus relatief slecht af. Als hij van me wint, doet hij dat op eigen kracht en niet doordat hij bevoordeeld is door de omstandigheden.
Julian krijgt het dus zwaarder dan mij begrijp ik, Ben werkt gelukkig maar bij de belastingdienst, die zijn nooit voor langere tijd achtereen fris en geconcentreerd...
Leuker kan Ben het morgen niet voor je maken, makkelijker wel....
Als Ben zijn baan trouwens te druk vindt, kan hij altijd nog voor het kantoor Rijswijk komen werken. Ik wacht al ruim 3 jaar op een voorlopige aanslag.
In een poging dit de langste reaktiereeks ooit te maken: Peter, je bent dus bang een potremisestelling tegen Ben te moeten forceren in een poging te winnen, maar uiteindelijk de kous op de kop te krijgen.
Je weet wat Johan Cruijff over Ben Boog heeft gezegd: "Ben Boog ken niet van je winnen, maar je ken wél van hem verliezen."
Carel, wat schrijf je toch een prachtige stukjes. Toch heb ik bij een oppervlakkige controle op je taalgebruik twee opmerkingen.
1. "Scrupineus" is een woord dat ik niet kende, dus opgezocht in het grote woordenboek. Het werkwoord "scrupineren" bestaat, maar de vorm die jij gebruikte is onbekend. Het past misschien bij een schrijver om nieuwe woorden te verzinnen. Of bedoelde je gewoon "scrupuleus"?
2. Aan de combinatie "ondanks dat" erger ik me ook regelmatig. Het voorstel van Filip vind ik nauwelijks beter, maar wat dacht je van het eenvoudige "hoewel"?
Je snapt dat ik al zoekend naar foutieve, onduidelijke of minder juiste woorden en zinsneden aan de inhoud van je verhaal nauwelijks toekwam.
Gerrit, je blijft in taalkundig opzicht briljant. Het woord scrupineus zou ik zondermeer over het hoofd hebben gezien (sterker nog: dat heb ik gedaan), maar Carel kennende, zal het ongetwijfeld een neologisme zijn: een samentrekking van lumineus en scrupuleus.
"Ondanks het feit dat" is misschien een beetje te plechtig inderdaad, maar "ondanks dat" is toch ook weer niet zo slecht? Het heeft iets joligs, iets informeels, of heeft Carel het niet zo bedoeld en heeft hij gewoon teveel Driek van Wissen gelezen?
(En nu zijn naam toch gevallen is, jawel, het hek is van de dam, ook de zinsnede "een prachtige stukjes" had ook van Driek geweest kunnen zijn).
Je ziet, Gerrit: het NRC heeft onze breinen aangetast. Ik hoop maar dat er in mijn eigen probeersels niet al teveel Driekismen te vinden zijn.
Geloof het of niet: de woordverificatie van mijn vorige inzending was "driekvanwissen"! Een signaal dat het tijd is om te stoppen (niet met schaken natuurlijk).
Filip, in de tijd die je besteed aan reageren had je al drie partijen kunnen spelen...
Scrupineus zie ik trouwens nergens staan Gerrit? Wel scrutineus. Zoek je in Google op scrutineus dan krijg je ook meteen bij de eerste resultaten al het verhaal van Carel, zo snel worden we geindexeerd schijnbaar! Voortaan op je woorden passen dus.. Overigens komt scrutineus erg veel voor zo te zien en lijkt een vertaling van het engelse scrutinous dat precies betekent wat Carel bedoelt. Volgt u het nog?
Moi! Dan het woord Driekisme bij deze ook onderdeel van onze taal.
Peter, helaas typ ik een beetje sneller dan ik schaak. Het blijft een probleem waar ik op moet blijven letten (het schaken, niet het typen). Overigens wordt zowel mijn partij tegen Hans (donderdag) als die tegen Jan (vrijdag) gespeeld voordat de laatste ronde aanvangt.
Een reactie posten