De bubbeltjeswijn die is uitgeloofd door Ronald Damhuis (die naar ik aanneem in feite bedoeld was voor het eerste team dat in staat is van CE 2, 3 of 4 te winnen; de overige CE-teams die in de RSB uitkomen waren op het moment van uitloven van de beloning immers al niet meer ongeslagen) kan voorlopig nog even in de kast blijven. Met twee invallers in de gelederen won CE 3 gisteren vlotjes van De IJssel 1.
John van de Laar bereikte met zwart al vrij vroeg in de avond een gelijkstaand eindspel en kwam vragen of hij remise mocht aannemen. Gezien de stand op de borden kon ik al direkt instemmen.
Want weliswaar had Sascha al in een vroeg stadium verloren, zowel Ab met zwart aan bord 6 als Carel met wit aan bord 1 had groot voordeel bereikt; in beide gevallen kon het nauwelijks meer misgaan en daarmee kon de tussenstand op 2,5-1,5 worden begroot. Beide voorspellingen kwamen snel uit; Ab had een stuk voor een pion bij zeer goede stelling. Hij draait simpelweg een goed seizoen; het gaat hem makkelijk af. Carel had een toren plus drie of vier pionnen voor een loper en paard en niet alleen dat: hij had een enorme ontwikkelingsvoorsprong met de torens op de d- en e-lijn, terwijl de koning van de tegenstander nog in het midden stond en diens damevleugel volledig onontwikkeld was. In no time stond Carels dame op de zevende rij en de rest laat zich raden. Ik geloof dat ze bij De IJssel redelijk onder de indruk waren van het gemak waarmee hun primus inter pares werd weggespeeld door iemand uit het derde team van een andere club. Even daalde een heilige stilte neer over het clubgebouw (wie vaker op bezoek is geweest bij kleinere clubs, weet dat dit heel wat wil zeggen; ook bij De IJssel hadden enkele leden klaarblijkelijk de gewoonte om, terwijl alle andere partijen nog bezig waren, hardop te converseren alsof ze op een damesborrel waren). Ook de vogels waren gestopt met fluiten (hoewel hiervoor ook een andere reden geweest zou kunnen zijn, bijvoorbeeld dat het al na zonsondergang was). Maar gezegd moet gewoon dat Carel simpelweg weer op weg is naar zijn oude vorm.
Met de partijen van Herman (gelijke stelling met wit aan bord 3), Jesus (pion meer met zwart aan bord 2 met hijzelf een gezonde stelling en een langzaam wegebbend initiatief van zijn tegenstander, die caveman style was begonnen met een snel e4-e5 en h2-h4 tegen zwarts fianchetto), Viktor (duidelijk voordeel met wit aan bord 5 met 20 minuten voorsprong op de klok) en mezelf (zie onder) nog bezig, gecombineerd met de waarneming dat voordeeltjes dit seizoen niet makkelijk uit handen worden gegeven, kan er nauwelijks worden gesproken van ongerustheid over de definitieve afloop.
Zelf had ik met zwart aan bord 4 een zeer scherpe variant waarin ik redelijk thuis ben. Dat gold niet voor mijn tegenstander en het was knap dat hij op voor hem onbekend terrein aanvankelijk steeds de meest gangbare zet wist te vinden en toen hij eenmaal echt af begon te wijken, dat deed met nog immer plausibele en goed speelbare zetten. Het nadeel was wél dat hij na 17 zetten reeds 40 minuten achterstand op de klok had; gezien het veredeld rapidtempo dat RSB-tempo heet is dit een zeer relevante factor! Zelf veranderde ik vervolgens op zet 19 met een naar ik toegeef wat speculatief offer van een stuk tegen 2 pionnen de stelling in een mijnenveld, waarna mijn tegenstander, naar later tijdens de post mortem bleek, overtuigd raakte van zijn voordeel; een opvatting die mijns inziens iets te eenzijdig was wegens het feit dat hij een open koningsstelling had (met de dames nog op het bord) en die met relevante tegenargumenten bestookt kan worden, getuige ook het feit dat het slechts één zet na mijn stukoffer al misging voor hem doordat hij direkt de verkeerde voortzetting koos. Op zet 20 kon hij opgeven. Na de partij hield hij vol dat hij gelijk had, áls hij immers niet dít had gedaan, maar dát, dán zou hij voordeel hebben gehad. Mijn spelopvatting is echter anders: objectief mag een stelling voordelig zijn voor de één of voor de ander, wat tijdens een partij tussen twee mensen van vlees en bloed telt, is hoe de praktische kansen zijn. Hoe lastig het is om in scherpe stellingen de veilige haven te bereiken, hebben we allemaal ongetwijfeld weleens ondervonden (ik althans wél).
Sascha mag overigens niet zo’n heel goede score hebben dit seizoen, hij bewees wél zijn talent tijdens de analyse van mijn partij door even een aantal scherpe zetten (o.a. een torenoffer) te opperen die zelfs door Fritz niet werden opgemerkt (en ik heb het hier niet over Fritz Dueller!). Pas 3 zetten later ziet Fritz dan het nut van Sascha’s idee. Mijn advies aan Sascha blijft derhalve om zijn openingsrepertoire aan te passen: vervang die solide, trage stellingen gewoon door scherpe varianten en speel in de stijl van Van de Wetering, Verheij, Vredenborg of Cor de Wit!
Na dit alles trokken ook Jesus en Viktor inderdaad de vis op het droge en Herman kwam met zijn tegenstander remise overeen. Het resultaat was een gemakkelijke 6-2 overwinning tegen een team dat weliswaar niet goed lijkt te draaien getuige haar stand op de ranglijst, maar desalniettemin een aantal behoorlijke spelers herbergt; met drie spelers die 1900+ zijn, zou het in principe toch aardig voor de dag moeten kunnen komen.
Wat die ranglijst betreft, ligt de druk nu bij Overschie, dat aanstaande vrijdag van Onesimus moet winnen om in de race te blijven. Onesimus zal ongetwijfeld met geslepen messen aan de start arriveren; het strijdt immers zelf nog voor handhaving en het moet zeker in staat zijn om potten te breken. Tel hierbij het feit op dat eerstgenoemde praktisch al haar overwinningen met de minimale marge heeft behaald en het besef ontstaat dat Overschie op voorhand allerminst zeker mag zijn van de afloop. Komt het toch ongeschonden uit die strijd, dan zal pas in de laatste ronde beslist worden wie zich kampioen van klasse 1B mag noemen. Misschien dat de uiteindelijke kampioen gewoon de meest gelukkige ploeg zal zijn (of omgekeerd); zeker is alvast wél dat wij met zelfvertrouwen aan de start zullen verschijnen en dat Overschie van goeden huize moet komen om ons te verslaan.
Filip Borst
Speel de partij van Carel na!
Lees ook het verslag van De IJssel
dinsdag 10 maart 2009
Bubbeltjeswijn blijft voorlopig in de kast
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
8 opmerkingen:
Team 2 won vorig jaar(zonder Boog en Maes) met 7-1 van dit team.
CE3 doet nauwlijks onder voor CE2 van vorig jaar dus alle vertrouwen dat het goed komt mannen!
Mooie overwinning Carel!
Op het eerste oog heeft CArel veel manieren om in deze stelling te winnen. In plaats van 19.Df6+ zou 19.e6-e7+ ook een heel geestige manier zijn om de partij te beëindigen.
Filip
Ik voorspel dat morgenavond Clement v Eijsden ons derde team kampioen maakt!
Succes Clement!
Gijsbert
Hai Gijsbert
Jullie hebben mij zegen ,dat weten jullie, denk ik wel .
Dank je voor je woorden ,ik hoop het van harte dat het uitkomt ,ik wil volgend seizoen, gaarne tegen jullie 4 de spelen in de eerste klasse (eerst het 2 de nu waarschijnlijk het vierde )waar moet het heen met de wereld . lol
mvg clement
Kleine correctie: het heeft er alle schijn van dat de goedkope bubbeltjeswijn juist uit de kast moet: die heb ik uitgeloofd voor ieder team van Charlois dat ongeslagen kampioen wordt.
Ronald Damhuis stelde een fles Magnum in het vooruitzicht aan het team dat Charlois zou verslaan.
Harm de Oude
sv Onesimus.
En inderdaad: Onesimus wint uit bij Overschie met 5-3. De laatste wedstrijd is daarmee een formaliteit: Charlois mag volgend jaar het gaan proberen in de promotieklasse.
Gefeliciteerd, heren.
GEFELICITEERD...de terechte kampioen!! Enorm veel succes in de promotieklasse.
Aad Juijn
WLE, HZP Schiedam
Een reactie posten