maandag 17 november 2008

Julian van Overdam wint Haags weekendtoernooi!

Julian van Overdam heeft wederom zijn enorme kracht getoond door met een score van 5 uit 6 (!) de gedeelde eerste prijs te bemachtigen in het Haagste weekendtoernooi. Daar hij een bye in de eerste ronde had, heeft hij eigenlijk 4,5 uit 5 gescoord, waarmee hij een TPR van bijna 2400 behaalde.

Twee andere spelers verzamelden eveneens 5 punten: de Rus Saulin (de enige IM van het deelnemersveld) en de inmiddels zeer sterk geworden Robin van Kampen, die met een rating van ruim 2300 de top-100 van Nederland begint te naderen. Sautin had echter een half weerstandspuntje minder dan Julian en Robin.

Ook op SB-punten eindigden deze twee jeugdspelers precies gelijk, waardoor ze de eerste prijs mochten delen. Om de vraag te beantwoorden wie de beker mee naar huis mocht nemen, werd er een muntje opgegooid. Als jongste deenemer mocht Julian, die speciaal voor dit toernooi zijn Spidermansokken en zijn rode geluksonderbroek had aangetrokken, gokken op kop of munt. Gewapend met zijn gelukspoppetje (een voodoo-achtig pseudoporceleinen kleinood met rode slierten) maakte hij de kapitale fout deze vraag te beantwoorden met "kop".

Even een klein lesje voor Julian: wie deze vraag wordt gesteld, dient TE ALLEN TIJDE te antwoorden met MUNT! De natuurkundige verklaring (Julian zit in Gymnasium 2, dus hij zal dit begrijpen) is als volgt: tijdens een val zal een object het zwaartepunt aan de onderkant hebben (je kunt dit demonstreren door van klei of van vast deeg een sneeuwpopmodelletje te maken en dit 10x van 3 meter hoogte te laten vallen, desnoods met het hoofdje naar beneden, en zie: het landt altijd met het lijfje naar beneden gericht). Welnu: het zwaartepunt van een munt zit niet in het midden. Wie goed naar een munt kijkt, zal zien dat er meer massa is aan de kopzijde (al die staatshoofden hebben met hun grote hoofden veel meer massa dan de getalletjes en logo aan de muntzijde. En ik heb het hier niet eens over de Duitse adelaar en ik heb het ook niet over de hoeveelheid metaal die nodig is om Beatrix' kapsel op de kopzijde te kunnen afbeelden). De munt valt valt dus met de kopzijde naar beneden.

Intelligente lezers (en Charlois/Europoorters zíjn intelligent) zullen opmerken dat zij in de praktijk nooit iets van een dergelijk verschil hebben gemerkt of dat het verschil in massa tussen de kop- en muntzijde nooit dermate groot kan zijn dat het kan leiden tot een meer dan verwaarloosbaar verschil. Op het eerste oog lijken deze lezers gelijk te hebben, maar tegen hun opmerkingen zou ik willen inbrengen dat het in de topsport gaat om details. Wie deze details niet beheerst, zal nooit een topper kunnen worden. Ingevolge bovengenoemde waarneming zal een opgegooide munt van de 100.000 keer niet 50.000 keer met de kop naar boven vallen, maar 49.999 of 49.998 keer. Het is vanwege dit detail dat Julian de beker niet mee naar huis mocht nemen.

Overigens gok ik wegens bovengenoemde redenering zelf in voorkomende gevallen altijd op munt en verlies ik in op zijn minst in 75% van de gevallen, maar dat komt omdat natuurwetten nooit in volledige mate gelden wanneer er een Borst betrokken is. In versterkte mate is dat trouwens waar voor statistische wetten. Borst zal altijd minder vaak winnen en vaker verliezen dan je hem op basis van de kansberekening zou toebedelen (en dan je hem zou op basis van andere factoren zou gunnen). Vandaar dat je hem nooit in casino's zult vinden (hoeveel mooie vrouwen er ook mogen rondlopen).

Ten slotte zou ik, voordat ik verder ga met het toernooiverslag, jullie willen wijzen op de gevolgen die geschetst natuurkundig fenomeen heeft op dobbelsteenspelletjes (de kerst nadert immers en wij willen als schakers alle spelletjes winnen, nietwaar? Wij zullen nooit een gelegenheid laten schieten om onze broers, zussen, echtgenotes, ouders, kinderen en kleinkinderen te prakken met Yahtzee, Barricade of Ganzenbord). Heeft een dobbelsten holle ogen, dan zal er ingevolge geschetste natuurkundig fenomeen vaker 6 worden gegooid dan 1, vaker 5 dan 2 en vaker 4 dan 3. Vooral tijdens Yahtzee kan dit een relevant gegeven zijn! Het fenomeen gaat niet op indien de dobbelsteen geschilderde oogjes heeft (jazeker, de échte topsporter zal opmerken dat dan zelfs het omgekeerde geldt: er wordt vaker 1 gegooid van 6, vaker 2 dan 5 en vaker 3 dan 4, doordat verf [vooral kwik- of cadmiumbevattende verf, dus let vooral op dobbelsteentjes die gemaakt zijn in China] een hogere soortelijke massa heeft dan hout of plastic. Doe je voordeel met deze kennis! Je familieleden zijn zich mogelijk niet bewust van deze verschijnselen!

Moeilijk wordt het in geval van dobbelsteentjes met geschilderde holle oogjes. Je zult dan het het houtdeficit (de totale massa weggeschaafd hout uit de oogjes) moeten afwegen tegen het voordeel (of zo je wilt nadeel) van de grotere soortelijke massa van de verf, maar om dat te doen, zul je kennis moeten hebben van de soortelijke massa van de gebruikte verf, de dikte van de verflaag, de exacte soortelijke massa van de gebruikte houtsoort of van het gebruikte plastic en van het totale volume van het weggeschaafde hout.

De échte topsporter kan zich derhalve voorbereiden middels één luttel telefoontje naar de dobbelsteenfabrikant! Wie hiervoor geen tijd heeft of dit eigenlijk wel een stap te ver vindt gaan, kan ook gewoon een inschatting maken (waarbij ik persoonlijk zou menen dat het verschil in soortelijke massa tussen verf enerzijds en hout anderzijds niet opweegt tegen het volume aan weggeschaafde hout) of gewoon erop gokken dat hij tijdens het spelen meer geluk zal hebben dan Julian afgelopen zondag had.

Geen geluk had dit weekend Arjen Kouwenhoven, die met 2,5 uit 6 (alle CE'ers hadden een bye, dus eigenlijk was dit 2 uit 5) en een TPR van 1871 beneden verwachting scoorde. Arjen is niettemin een geweldig sterke speler en ik mocht dat voelen in ronde 3, toen ik met wit heel goed wegkwam met remise. Zelf eindigde ik op 3 uit 6 (dus 2,5 uit 5); een score waarmee ik tevreden kan zijn gezien het vertoonde matige spel. Ik bedoel hiermee het volgende: indien je ontevreden bent over je spel, maar een TPR scoort die boven je eigen rating ligt, mag je spreken van vooruitgang. In voorgaande jaren zou ik immers met benedengemiddeld spel een TPR gescoord hebben van 1650 a 1800.

In de grotemensenwereld zijn er naast dagen dat je ondermaats speelt echter ook dagen dat je bovenmaats speelt. De belangrijkste factor in mijn vooruitgang is dat ik slechte stellingen beter weet te redden dan voorheen. Dit laat zich illustreren aan de hand van de observatie dat ik na een zeer grillig 2007 (met o.a. in Leiden winst tegen IM Hoffmann (2478), maar vervolgens verlies tegen alle overige tegenstanders, resulterend in een slecht eindresultaat; grillig spel in Bussum en Tilburg en een goed spel in Den Haag) en een slecht begin van 2008 (5x verlies in Delft met TPR 1264 [let wel: dit is lager dan de rating van John van de Laar!], nadien herstel met een redelijk Noteboom in februari met een TPR van 1892) nu uit de laatste 30 partijen een TPR van 2036 heb behaald. Tel je Bussum 2008 niet mee (ik speelde daar niet heel sterk), dan kom je op 2055 uit de laatste 24 partijen.

Toch: Bussum moet wél meegeteld, omdat mindere dagen bij het leven horen, je kunt ze niet negeren. Bovendien valt het toernooi precies binnen het interval van (de afgelopen) 6 maanden. Al met al ben ik dus tevreden over genoemde progressie; nu alleen nog aantonen dat de prestaties van het afgelopen halfjaar geen toeval zijn. Ik ga dat doen door in Wijk aan Zee te vlammen.

Op de club is van deze progressie niet alles te voelen vanwege het feit dat ik in het weekend veel sterker speel dan doordeweek. Dit heeft alles te maken met mijn bovengemiddeld zware baan. Overdag is het eenvoudigweg harken en peigeren, waardoor er 's avonds niet heel veel zinnige mentale arbeid meer te leveren is. Ik merk dat als ik doordeweek wat schaakstudie probeer te doen: aan het einde van de avond is er altijd bitter weinig af van het geplande werk, hoezeer ik ook probeer. Wie begrijpt wat ik hier probeer te beschrijven, begrijpt nu ook hoe het kan dat ik in de interne competitie niet eens kan winnen van watjes als Kamerman en Boog.

Van de twee nog niet genoemde CE'ers speelde Lendert van den Ouden volgens mij sterk, al gaf hij zelf aan dat hij er anders over dacht: er heeft het hele weekend een onbestemd angstgevoel in zijn hoofd gezeurd dat ervoor heeft gezorgd dat hij niet naar vermogen kon spelen. Hij eindigde met 3 uit 6 (2,5 uit 5) en een TPR van 2041. Jan van Overdam jr ten slotte, had een ongelukkig toernooi. Hij speelde behoorlijk sterk, maar gaf tegen Segers een goede stelling uit handen en had voordien de pech gehad dat hij in de tweede ronde tegen een vastbesloten en wilskrachtige oudere broer moest aantreden. Hij redde zijn toernooi door tegen Lenhardt (2078) op magistrale wijze het eindspel te winnen. Je moet het hebben gezien om te begrijpen hoeveel potentie er in dit jeugdtalent zit. Ik blijf erbij: 2008-2009 wordt het seizoen van Jan jr; het enige dat hij nu nog moet doen, is voorkomen dat hij slippertjes maakt zoals nu nog gebeurde tegen Segers. Met 2 uit 6 (1,5 uit 5) en een TPR van 1881 zal hij niet tevreden zijn geweest, maar ik onthoud van dit toernooi alleen maar zijn magistrale eindspel!

Van Julian heb ik geleerd hoe belangrijk het is dat je de juiste onderbroek aantrekt op de speeldag. Ik bedenk mij nu dat ik op zaterdag net als Julian een rode onderbroek aanhad en 2 uit 3 scoorde, terwijl ik op zondag in een grijze onderbroek een schamele 0,5 uit 2 oogstte. In tegenstelling tot de meeste CE'ers (en zo te ruiken de meeste deelnemers aan het Haagse weekendtoernooi, al werden de gevolgen van dit feit gelukkig grotendeels teniet gedaan door een allesoverheersende lucht van frituurvet in de speelzaal) trek ik iedere dag een schone onderbroek aan, maar in dit geval was het voordeel van deze gewoonte dus kleiner dan het nadeel.

Onbekend blijft vooralsnog wat de kleur was van het ondergoed van Robin van Kampen, maar Julian kennende, zal het me niet verbazen dat hij vandaag of morgen even met Robin belt om hiernaar te informeren.

Filip Borst

Voor de eindstanden, foto's en partijen zie: www.haagsweekendtoernooi.nl/

Geen opmerkingen: