Kleinst
mogelijke nederlaag voor het derde
En het begon zo mooi…
Jaap had niet meer dan 13
zetten nodig: 1-0. Tjerk, die het moest opnemen tegen een
2200-speler, zette hem dusdanig onder druk, dat deze in tijdnood een
stuk weggaf en na enig gespartel moest opgeven. 2-0. Een erg knappe
prestatie van onze coming man.
En toen was het voorbij.
Kresna verloor een centrumpion en kreeg bovendien een paard aan de
rand, dat elk moment verloren dreigde te gaan. Dank zij een
kwaliteitsoffer redde hij het beest, maar toen hij het eindelijk kon
bevrijden, was zijn stelling hopeloos. 2-1. Jesus bleef zitten met
een onontwikkelde damevleugel en ondanks al zijn listen bleef hij
vleugellam. 2-2. Sacha, onze invaller, moest het opnemen tegen ons
oud-lid John Riksen, die dit seizoen weer is gaan schaken. John,
derde-bordspeler in het kampioensteam van 1973, toonde dat hij het
spel niet verleerd is. Sacha kreeg een loper die alleen tussen a1 en
b2 kon pendelen en dan houd je het niet. 2-3. Angelique, aan bord 1,
kreeg risicovrij wat positioneel voordeel. Maar het was niet genoeg.
2½-3½.
Bleven over de partijen
van Filip en Cor.
Filip wist zijn kleine
overwicht om te zetten in een toreneindspel met twee pluspionnen op
de a- en d-lijn. Botwinnik heeft zo’n eindspel eens gehouden, maar
Filips tegenstander was geen Botwinnik en rustig manoeuvrerend bracht
Filip hem tot opgeven. Maar het was te laat. Cor had ook een licht
overwicht. Hij kon gemakkelijk remise maken, maar op dat moment
riskeerde hij, ook met het oog op de stand in de andere partijen, af
te gaan op een 4½-3½ overwinning. Maar hij riskeerde teveel. En zo
werd het een 3½-4½ nederlaag.
Het tweede doet het
verstandiger. Als daar de mensen een off-day hebben, doen ze dat
allemaal tegelijk, in één wedstrijd. Ze staan nu dus tweede. Wij
verdelen onze off-days over alle wedstrijden en verliezen dus steeds
met 3½-4½. Laten we er de volgende wedstrijden wat beters van
maken.
Jaap Staal
Geen opmerkingen:
Een reactie posten