Het Vijfde heeft het helaas net niet gered tegen het
sterke tweede team van Fianchetto. Het ratingverschil tussen beide teams (1751
tegen 1721) kwam tot uiting in de eindslag: 4½ - 3½.
Piet Verheij (bord 3) was dit keer als eerste klaar. Piet
moet gedacht hebben: wat Adri Jumelet kan, kan ik ook, want zijn zetten kwamen
in sneltreintempo op het bord. Piets tegenstander, Ben Riksen, liet zich ook
niet onbetuigd en er ontstond al snel een eindspel waarin Piets dame het moest
opnemen tegen twee torens. Volgens supporter Peter Kemner moet Piet ergens even
verloren gestaan hebben, maar het spelverloop scheen nauwelijks te volgen te
zijn, zo snel ging het allemaal. Ruim voor half tien forceerde Piet remise met
eeuwig schaak.
Coen van Baren (bord 6) kwam goed uit de opening, maar
beging plotsklap een onzorgvuldigheid door zijn dame midden op het bord te
laten insluiten. De dame kon gered worden, maar de prijs (twee stukken) was
hoog. Te hoog, en Coen moest al snel opgeven.
Ook Jan Hendrik Leopold (bord 8) moest het hoofd buigen.
Hij leek een solide stelling te hebben na de opening, maar opeens bleek hij een
stuk achter gekomen te zijn. De twee verbonden vrijpionnen die Jan Hendrik
ervoor terug had gekregen, konden zijn tegenstander niet verontrusten.
Zo stonden we al vrij vroeg in de avond met ½ - 2½
achter. En de vijf resterende partijen boden op dat moment weinig hoop op een voor ons gunstige uitslag.
Gerrit Boer (bord 7) zette zijn partij, zoals we van hem
gewend zijn, volgens de regelen der kunst op. Stukken op goede velden, koning
in veiligheid, torens gecentraliseerd. Hij leek op een voordeeltje te kunnen
bogen, maar beleefde toch enkele bange momenten na een onnauwkeurigheid.
Uiteindelijk viel de schade mee, maar meer dan remise zat er voor Gerrit niet
in.
Eduard Smits (bord 2) en Menno Brandenburg (bord 5)
trokken de stand gelijk. Eduard stond aanvankelijk iets gedrongen, maar kreeg
uiteindelijk het initiatief op zowel de konings- als damevleugel. Objectief
gezien was het evenwicht nog niet verbroken, maar Eduard wist zijn tegenstander
voor voldoende praktische problemen te stellen en trok de partij naar zich toe.
Menno stond steeds ietsje beter, maar niets om over naar
huis te schrijven. Een paar onzorgvuldigheden van zijn tegenstander leverden
hem echter een makkelijk gewonnen lopereindspel op. 3 – 3.
Invaller Maurice van der Stokker (bord 4), die tot veler
ontsteltenis zijn laatste bondswedstrijd zou spelen, bracht een interessant
kwaliteitsoffer. Hij kreeg er veel spel voor, maar de vraag was of hij meer dan alleen voldoende compensatie had voor het geofferde materiaal. Het zag er op dat
moment nog niet direct naar uit dat Eduard en Menno zouden winnen en Maurice
besloot de zaak te forceren, in het belang van het team. Daarbij ging hij helaas
te ver en zijn tegenstander wist af te wikkelen naar een eindspel, waarin het
materieel voordeel vakkundig werd verzilverd. Toch een heel mooie partij van Maurice. We
zullen hem missen. 4 – 3.
Cees van Oosterom (bord 1) moest de hele avond keepen. Een
wat mindere stelling, en op een gegeven moment zelfs een pionnetje achter. Cees
wist goed stand te houden, maar de partij winnen om 4 – 4 te maken was volstrekt illusoir. Toch
een knappe remise.
Al met al geen slechte prestatie van het Vijfde tegen het
sterke Fianchetto 2. De volgende wedstrijd tegen De Willige Dame 2 wordt van
belang voor de vraag of we ons in de middenmoot kunnen handhaven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten