Op zaterdag, om kwart over twaalf, kwam een onheilspellend telefoontje binnen. Lendert zat vast op een eiland… Hij had wel voldoende vocht en voedsel tot zijn beschikking, maar het eiland zelf kwam ie niet af. Alles wegen waren afgesloten en zwemmen was niet goed mogelijk wegens gevaarlijke stromingen. De reden voor het afsluiten van de wegen was simpel: men was – vanwege werkzaamheden bij de ene helft van de ‘afvoerwegen’– bang voor opstoppingen bij de andere ‘afvoerwegen’ die nog wel beschikbaar zouden zijn. Beter geen mogelijkheden dan halve mogelijkheden werd geredeneerd en dus werd besloten alles af te sluiten. Lendert probeerde nog ergens sneaky langs te glippen, maar een grote man in een oranje overal maakte een einde aan deze illusie. Lendert zat vast op een eiland.
Gelukkig kon Lendert wel met de (1) traumahelikopter, (2) onderzeeër of (3) ambulance het vasteland bereiken, dus – zoals het een echte teamcaptain betaamt –was hij op tijd voor zijn partij. De rest van het team – op uitzondering van John, waar we inmiddels eigenlijk al wel aan wennen – was ook op tijd in de groene hel aanwezig. De groene hel was voor de gelegenheid in tweeën gesplitst, om er expliciet voor te zorgen dat – vanwege de zo ontstane kleinere ruimtes – niemand aan de hitte kon ontsnappen. Alles zat eigenlijk mee. Nu het schaken zelf nog.
Ik zat op zes. In vorige verslagen klaagde ik dat ik zo weinig tijd had om rond te kijken. Daarom besloot ik deze keer op zet negen twee zetten door elkaar te halen en zo twee pionnen weg te geven zonder enige compensatie. De stelling was gelijk volslagen kansloos. 0-1 achter. Een slecht begin is het halve werk. Voordeel was wel dat ik alle partijen uitvoerig kon bekijken. Lendert op vijf stond met zwart gedrukt, maar had wel met zijn dame op a3 een pion gegraaid. Pion voor dus, alleen een eventuele winst zou nog lang gaan duren schatte ik in. Arjen, naast mij op zeven, had een pion geofferd en had genoeg activiteit. John op acht stond erg goed. Hij had een mooi ruimte overwicht en ook op tijd stond hij prima. De ‘staart’ (bord 8,7,6,5) zou zwiepend worden schatte ik in (met mijzelf als uitzondering dan).
Bord 1, dat door Hans werd bemand, leek sterk op mijn stelling. Wit stond een geofferde pion achter. Een cruciaal verschil was echter dat wit wel enigszins compensatie had… Hans had een loper op c8 staan die daar voorlopig niet weg kwam doordat zijn andere loper op d6 stond en een pion op d7. Tja. Op twee stond Matthieu voor de zoveelste keer dit (en vorig) seizoen goed. Hoe hij het telkens weer doet weet ik niet, maar ik was wederom onder de indruk. Marcel, op vier, had een complexe stelling en ik zag hoe het allemaal net niet werkte voor hem. Marcel moest daarom alle zeilen bij gaan zetten. Houden we Kees over. Kees stond erg gedrukt en had bovendien een grote tijdsachterstand.
Het zag er dus allemaal moeilijk uit, maar we waren niet kansloos schatte ik in. Alleen erg zuur dat we door mijn stommiteit gewoon al 0-1 achterstonden…
Hans maakte remise. Zijn tegenstander leek zeer opgelucht en in de analyse bleek Hans af en toe kansjes te hebben gehad. Kees verloor. Hij had in tijdnood een cruciale penning gemist en verloor een toren. Het was sowieso wel een moeilijk verhaal bleek in de analyse. Toen kort daarna Arjen ook verloor was het eigenlijk gebeurd. Arjen weerstond de verleiding om de dame van de tegenstander te slaan (“dat doe je toch niet, dames slaan?”) en daarna werd zijn stelling eigenlijk steeds slechter. Een soort inzakkend kaartenhuis idee. Dames slaan mag in het schaken Arjen, als ze maar irritant genoeg zijn.
0,5 – 3,5 dus. Marcel zou maximaal remise spelen zag ik. Hij had een pion minder in een ongelijk loper + toren eindspel. Waar ik dat de vorige ronde keurig wist te verliezen (met niet eens een pion achterstand!) wist Marcel knap remise te maken. Lendert won zijn pot inmiddels. Zijn tegenstander stond een stuk achter en stak zijn hand uit. Lendert checkte even of hij inderdaad opgaf en incasseerde daarna het punt.
John stond inmiddels straal verloren. Hoe dat precies heeft kunnen gebeuren weet ik niet, want hij had een ongelofelijk mooie stelling eerst. Matthieu won weer eens. Hopelijk blijft hij nog wel even trouw aan dit team, want er gaan geruchten over internationale transfers van mensen die een hoop potentie zien in dit talent.
John speelde nog lang door, maar het mocht niet meer baten. 3-5 verloren dus. Onze kampioensambities zijn voor dit seizoen ten einde. Eigenlijk is dit seizoen dus meer een trainingskamp voor volgend seizoen, waar we natuurlijk wel kampioen gaan worden, dat kan bijna niet anders. Althans, dat besloten wij onder het eten dat getekend werd door mooie verhalen uit de 1965 generatie. Ons team, zo blijkt, heeft een groot aantal 1965-ers. Dienstplicht, S5 en dergelijke zaken waar een 25-jarige snotneus als ik bar weinig van af weet werden uitvoerig besproken onder het genot van jaren 80 muziek. Ook Johan Cruijf passeerde tenslotte de revue: “Als het niet op het bord komt, hoef je het ook niet te berekenen”.
Het was laat toen we ons vanuit het winderige Rotterdam naar huis begaven. Stiekem dacht ik nog na over het kampioenschap, als we vanaf nu echt alles zouden winnen. Theoretisch kan het nog. “Ach ja” dacht ik toen Lendert met zijn langzaam opstijgende traumahelikopter boven de Maas uit het zicht verdween, “we hoeven er niet eens over na te denken: als het niet op het bord komt, hoef je het ook niet te berekenen.”.
Jelle Wiering
Geen opmerkingen:
Een reactie posten