Leiden, juli 2012. Ik heb mijn tegenstander helemaal in de tang. Rustig slenter ik wat rond en gun mijn tegenstander alle tijd om zijn plotseling loodzware en rood aanlopende hoofd te ondersteunen. Het is duidelijk dat hij lijdt in Leiden. Hoe zal ik dit eens gaan uitmaken? Net als ik mijn volgende krachtzet wil gaan uitvoeren, komt trainingsmaat Hans van Calmthout binnen. Hans is een ‘super-sec’. Hij pluist altijd alles na en ook tijdens dit toernooi waren zijn openingstips van onschatbare waarde. Ik wissel een blik van verstandhouding met mijn secondant en overmoedig kies ik voor de meest spectaculaire zet…. Met als gevolg dat even later de rollen zijn omgedraaid. Door de zetvolgorde te verwisselen loopt het niet langer mat en ternauwernood kan ik nog remise afdwingen door zetherhaling.
Hoogeveen, oktober 2012. Hans vertrouwt mij, zijn bezoekende sec voor die dag, toe dat hij bewust ‘een klein risico’ heeft genomen. In de stelling met rochades op verschillende vleugels lijkt zijn tegenstander in het voordeel vanwege het loperpaar. Hans heeft echter diep zitten rekenen en een tactisch truc ingebouwd, die ik even later ook ontdek. Maar ik besluit meteen te gaan zitten ergens ver weg van zijn bord. Gelukkig raakt Hans niet zo snel overmoedig en met dodelijke precisie wordt de executie uitgevoerd. Als ik vanaf ruime afstand de hoed van de tegenstander een knikkende beweging zie maken, begrijp ik dat de klus is geklaard.
Zie ook http://www.univechess.nl/
Gastschrijver Dik van der Pluijm
zondag 28 oktober 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten