maandag 12 augustus 2013

JE KUNT NIET ALLES HEBBEN

over de interne competitie

Eerst nu besef ik wat voor een bijzondere club Charlois in de jaren zestig en zeventig is geweest. Een club behorend tot de sterkste van Nederland en zich beroemend op een interne competitie waaraan vrijwel alle spelers van het eerste deelnamen.

Misschien was er ergens nog zo’n club te vinden, maar over het algemeen waren die sterke clubs niet gezellig. Hun topspelers kwamen uit in de externe competitie, maar lieten het gewone clubgebeuren – uitzonderingen daargelaten – aan zich voorbijgaan.

Wat maakte Charlois anders? Hier moet ik gissen, maar ik denk dat het aan de bijzondere samenstelling van het ledenbestand lag. Dertigers, een enkele veertiger met verantwoordelijke en drukke banen, voor wie de vrijdagavond naast de externe competitie eigenlijk de enige mogelijkheid was om een serieuze partij te spelen. En een verstandig bestuur, dat wetend hoe sterk de interne competitie bezet was, bepaald had dat de vijf hoogst uitkomenden gegarandeerd een plaats in het eerste van het volgend jaar zouden krijgen.

Je kon niet zeggen wat prioriteit had, de interne of de externe competitie: de twee hielden elkaar prachtig in balans.

Dat is nu anders. Bij ons hebben nu het eerste tiental en de jeugd de prioriteit. Willen we anders, dan zullen we moeten uitkomen op een veel lager niveau. Op zich zou daar geen bezwaar tegen bestaan, ware het niet dat de clubs op lager niveau het tegenwoordig moeilijk hebben. Ze vergrijzen, ze hebben de getalenteerde jeugd weinig te bieden. Heel wat zijn geliquideerd, andere konden zich alleen redden door te fuseren. En nog gaat het ledenverlies door. Er is dus veel te zeggen voor de keus die wij hebben gemaakt.

Maar die brengt met zich mee, dat wij spelers hebben aangetrokken die niet intern uitkomen, al was het alleen maar omdat ze te ver weg wonen. De interne competitie staat los van de externe, het verband is verbroken. We zullen daarmee moeten leven, maar moeten beseffen dat ze geen hoofdzaak meer is.

Natuurlijk moeten we proberen de interne spannend te houden en ze uitgespeeld te krijgen. Ik doe twee suggesties: een wedstrijdleider die de mensen achter de vodden zit en een speciale beloning voor de drie hoogst uitkomenden in groep 1. Die hoogst uitkomenden uit lagere groepen vinden hun beloning al in hun promotie naar een hogere groep; voor de top van groep 1 zouden we bijvoorbeeld een toernooitje met internationale meesters of grootmeesters kunnen organiseren.

Jaap Staal.

2 opmerkingen:

Arjan zei

Wat is nu de bedoeling? Moeten de vier spelers in een groep onderling afstemmne wie wanneer tegen wie speelt of... (zal vast bij de ALV zijn verteld)

Peter dJ zei

John vd Laar is momenteel aan het inventariseren, wie wel/niet aan de interne kompetitie mee zal doen. Daarna zal de indeling volgen. Op vrijdag 13 september gaat de interne kompetitie van start.