“Goedenavond, Schaakvrienden”
Zo kwam John Leer menige clubavond de speelruimte binnen. Het was het enige moment dat hij duidelijk van zich liet horen. Aan het begin van de avond moest dat kunnen. Als de klokken liepen, fluisterde hij alleen nog maar. Want het was ongepast om te storen.
John was één van die mensen die de club sfeer gaven. Hij was altijd goedgemutst, ongeacht of hij zich zelf ook wel zo lekker voelde. Hij was altijd vrolijk en altijd in voor een dolletje. Amicaal naar iedereen toe en voor iedereen toegankelijk.
Bovenal was John een Charlois Europoorter. Begonnen in de jeugd van Charlois, speelde hij zich al snel in de spotlights. Als 12-jarige jongen speelde hij zijn eerste partij, het werd remise. En ook al was de jongen jeugdkampioen van de RSB kon John toch niet helemaal tevreden met het resultaat zijn. Ergens had hij de winst laten liggen. Zijn vader kon hem daarmee plagen. Ook al wilde die zelf niet meer tegen John spelen, omdat er van John niet meer te winnen viel. Dat gevoel zullen velen later ook hebben gehad.
Toen hij 19 was werd John zelf jeugdkampioen van de RSB. En wel ongeslagen met 7 uit 7. Een tot dat moment al unieke prestatie, die daarna niet of nauwelijks meer is geëvenaard. Zijn tegenstanders waren de nummers twee tot en met 8 en het verschil met nummer 2 was 2,5 punt. De laatste partij wilde John niet remise geven, omdat hij vond dat hij gewonnen stond. Hij had nog wel een uurtje of vier nodig om dat aan te tonen, maar gewonnen stond hij. Die partij werd halverwege wel verplaatst omdat de seniorpartijen ook gespeeld moesten worden, en dat kon niet in dezelfde ruimte.
John was een schaaktalent en hij was goed in het analyseren van stellingen. Achter het bord wilde hij winnen. Maar na afloop analyseren. Waren alle mogelijkheden wel gezien? En wanneer de stelling dan beter was voor wit, dan bevestigde hij dat door te zeggen: “Ik zou kiezen voor wit” of “Ik zou kiezen voor de witte stelling”. Stond zwart beter dan was het steevast: “Black is beautiful!”.
Wat John Leer als schaker nog meer typeerde was dat tijdnood hem weinig deed. Sterker nog het was eerder normaal dat hij in tijdnood kwam dan wanneer hij dat niet kwam. Henny Vijgenboom heeft als teamleider menigmaal met hartkloppingen naar het spel van John staan kijken. John bleef kalm en noteerde gewoon de zetten door. Hij noteerde ook nog de tijd die er nog resteerde. Zowel voor hem als voor zijn tegenstander. Vaak had John nog 2 minuten voor een zet of 12 en had zijn tegenstander nog half uur of meer. Dit nadeel zou voor menig schaker een zeker verlies hebben ingehouden. Niet voor John. John was daadwerkelijk Koning Tijdnood. Vooral omdat hij dan alle varianten al in beschouwing had genomen. Hij wist welke zetten in de stelling natuurlijk waren om te spelen en had zijn antwoord al klaar. En hij speelde de zet nadat hij nog even had gecontroleerd of het ook wel de goede zet was.
Al die varianten kon John goed doorrekenen omdat hij alle openingen kende. Ook al had hij een voorkeur voor 1.d4 en 2.Lg5. Menig avond (vaak tot in de kleine uurtjes) heeft hij bij Peter Kemner thuis analyserend doorgebracht. Met stellingen uit diverse schaakboeken en tijdschriften. En altijd met twee vragen: Waarvoor is die zet gespeeld en was er geen betere? (foto onder: bij Peter thuis midden jaren 70)
John was ook goed in snelschaak. Hij was regelmatig de kampioen bij Charlois Europoort. En de laatste Kampioenschap Snelschaken voor Clubteams dat door de RSB werd georganiseerd, werd door John, met Dick de Wit en Jan en Julian van Overdam met overmacht gewonnen.
Het enige waar John minder goed tegen kon, was onsportief gedrag. John, die niet snel kwaad werd, kon daar minder goed tegen. In één partij waarbij de tegenstander (met een beduidend lagere elo) erg onsportief speelde gooide John de stukken die hij sloeg demonstratief door de speelzaal. Als symbool.
Toch was John niet zo snel uit het veld te slaan. De meeste situaties benaderde hij met humor, bravoure en relativeringsvermogen. En met een natuurlijke acceptatie van de situatie.
In de 50 jaar dat hij lid is geweest van Charlois is hij 3 keer Clubkampioen geweest. Alle drie in deze eeuw. Want waar normale schakers langzaamaan relatief minder sterk worden, heeft John qua elo in de laatste jaren zijn beste resultaten geboekt.
John was echter niet alleen een goede schaker. Nee, hij was op de eerste plaats een goed mens. Die klaar stond voor zijn omgeving en altijd oprecht interesse had in zijn medemens. Hij ging altijd uit van het goede in de mens. En was altijd bereid om te helpen. Op de schaakvereniging hielp hij na de KNSB-thuiswedstrijden altijd met opruimen. Dat deed hij ook op de clubavonden. Er werd schoon gemaakt was moest worden schoongemaakt en de ruimte werd achtergelaten hoe dat op dat moment gewenst was. Hij zorgde er voor omdat hij als clublid een verantwoordelijkheid voelde richting de club en zijn clubleden.
Een verantwoordelijkheidsgevoel die ook tot uiting kwam in zijn werk als conciërge op het Christelijk Lyceum Delft op de locatie Hof van Delft. Daar ging hij altijd vroeg naar toe. En als het laat werd, was dat ook geen probleem. Was er iets op zaterdag, dan kwam John. Zijn werk was het enige waarvoor hij zijn schaken wilde afzeggen. Voor John was de school zijn tweede huis.
Het was ook de plek waar hij de toernooien volgde en snelschaakpartijtjes speelde op internet. Thuis had hij namelijk geen internet. En ondanks een poging van Frank Hendriksma en Peter Kemner om bij hem een laptop neer te zetten met internet, werd dat geen succes. John vond het niks. Hij was ook één van de weinigen mensen die geen mobiel telefoonnummer had. Men kon hem thuis bellen (lees het antwoordapparaat inspreken) of op school (een nummer dat hij niet aan iedereen gaf). Hij vond een mobiel niet nodig omdat hij onderweg toch niet gebeld zou worden.
De laatste jaren kwakkelde John nog weleens met zijn gezondheid. Kleine kwaaltjes, ongemakken. De één wat vervelender als de ander. Door een bacterie en een oorontsteking kreeg hij last van een aangezichtsverlamming en tinnitus. Het eerste is langzaamaan weggegaan. Het tweede is gebleven.
Toen de directeur van Hof van Delft John niet kon bereiken, heeft hij zijn broer benaderd. Uiteindelijk is de politie de woning binnengedrongen en hebben ze John aangetroffen. John wordt komende zaterdag 20 februari 2021 gecremeerd. Voor hen die de uitvaart (digitaal) willen bijwonen, kunnen middels een e-mail dat aangeven. Dan zullen we dit aan de familie van John doorgeven.
Er is nog één ding dat wij kunnen zeggen: “Rust zacht, Schaakvriend”.
(Ruud Kok)